Phallus beurs, 1500-1600, collectie Amsterdam Museum. |
Het vreemdste object in de collecties
Lisa Whittle, embedded researcher publieksparticipatie bij Modemuze
Stokbeurs, foedraal en phallus beurs. In drie verschillende musea zijn vrijwel gelijke beursjes te vinden, waarachter verschillende verhalen en verklaringen schuilen die de betekenis en context van deze objecten onduidelijk, maar des te aantrekkelijker maken. Met dateringen tussen 1500 en 1665, beslaan deze beursjes mogelijk een periode waarin de mode zich voor mannen en vrouwen anders ging ontwikkelen, maar kleding sowieso betekenissen kende die een leek vandaag de dag moeilijk kan ontcijferen. De suggestieve vorm van deze beursjes zal voor de meesten echter direct in het oog springen. De fallische contouren geven aanleiding tot speculatie over wat deze beursjes precies zijn. Hebben ze ooit een gebruiksfunctie gekend of zijn het vooral objecten met een symbolische waarde?
Beurs van groen
fluweel, na 1580, Rijksmuseum
|
Koninklijke connectie of simpelweg een schaarfoedraal?
Een van de vroegste bronnen, het jaarverslag van het Oranje Nassau Museum uit 1929, vertelt over de stokbeurs die nu in permanente bruikleen is aan Paleis Het Loo. Hierin schrijft Dr. Nicolaas Japikse dat de stokbeurs in ca. 1665 door Prins Willem III aan professor Bornius is gegeven en fantaseert hierbij hoe de eigenaar van dit beursje deze aan zijn wambuis moet hebben gedragen en er een munt uit haalde als hij op de markt iets kocht. (Japikse 1930, p. 36.)
Sinds deze publicatie is er door meerdere auteurs een verband gelegd tussen de drie beursjes, en zijn deze steeds in andere contexten in tentoonstellingen besproken. De betekenissen die hierbij aan de beursjes worden gegeven lopen daarbij sterk uiteen. Zo is de stokbeurs van Paleis Het Loo in de jaren ’80 opgesteld in het Amsterdam Museum in een tentoonstelling over 17de-eeuws Nederlands borduurwerk. Hierbij wordt vastgesteld dat de stokbeurs gelijk is aan de foedraal in het Rijksmuseum, en dat de vorm van beide overduidelijk toont dat dit schaarfoedralen moeten zijn. (De Bodt 1987, p. 98.)
Stokbeurs, ca. 1665,
Paleis Het Loo
|
In 2002 vindt in het Amsterdam Museum een tentoonstelling plaats, die de beursjes echter weer een geheel andere context geeft. In Liefde te koop. Vier eeuwen prostitutie in Amsterdam wordt het phallus beursje van het Amsterdam Museum gepresenteerd in een reeks fallische symbolen. Helaas wordt deze keuze in de catalogus niet verder onderbouwd. Echter worden in de online tentoonstelling Accessorize! uit 2009 ook vraagtekens gezet bij de aanname dat deze beursjes schaarfoedralen zouden zijn, aangezien ze niet open kunnen om er zo daadwerkelijk een schaar in te kunnen bewaren. Een praktische functie lijkt dus voor deze objecten vrijwel uitgesloten en als we daarmee naar een symbolische betekenis moeten kijken, kunnen we dan iets zeggen over die fallische vorm?
In 2010 verschijnt een editie van Oog, het magazine van het Rijksmuseum, gewijd aan mannelijkheid in de kunst en samenleving. Hierin spreekt Marjolein Overmeer duidelijk uit dat het wel erg onwaarschijnlijk is dat we hier met schaarfoedralen te maken hebben, en stelt voor het eerst expliciete vragen over de mogelijke fallische, wellicht erotische connotaties die aan dit object hangen. (Overmeer 2010, p. 95.)
Het fallusbeursje over de hedendaagse mode
Hoewel er nog steeds geen waarheid bestaat over deze beursjes, blijkt wel aan de steeds ontwikkelende theorieën rondom de objecten dat er sprake is van een schifting in het perspectief van de onderzoekers. Stelde de heer Japikse aan het begin van de 20ste eeuw nog dat dit een prachtig (en onschuldig?) beursje moest zijn met koninklijke banden, nu lijken de ideeën zich meer te richten op de opvallende vorm van de objecten en de waarschijnlijkheid van de symbolische waarde.
Hoe kunnen we dan die fallische vorm verklaren? In plaats van dit te beantwoorden met een uiteenzetting over de kenmerken en historische contexten van deze objecten, is het misschien interessant om een tegenvraag te stellen die ons laat kijken naar de hedendaagse mode: wat betekent het dat het voor iemand uit de 21ste eeuw niet duidelijk is wat dit object heeft betekent en hoe we dit kunnen interpreteren?
In januari 2015 presenteerde ontwerper Rick Owens een mannencollectie op de Parijse Fashion Week, die de modewereld op zijn grondvesten liet schudden (‘Spinx’, Fall/Winter 2015-16) Naar aanleiding van de show waarin “de penissen zachtjes over de catwalk zwierden”, publiceerde The Guardian in april een reflectie op de opeenvolgende momenten waarop de piemel domineerde. “Why the penis is having a moment in men’s fashion” kopte het artikel. Hoewel menig stem klonk over de PR-factor van Owens’ keuze, belicht Owens met deze collectie wel een interessant aspect van de hedendaagse mode: “I was just questioning why we keep penises concealed and why exactly it’s bad to show them.”
Al jaren wordt in de vrouwenmode de aandacht op de vrouwelijke geslachtskenmerken gelegd. Dit ging volgens velen wel erg ver toen Gucci in 2003 model Carmen Kass liet poseren met het schaamhaar in de vorm van het logo van het modehuis, maar verder schrikken we niet meer van blote borsten en doorschijnende jurken op de catwalk (en in het straatbeeld). Waarom dan wel het kenmerkende mannelijke geslachtsdeel?
De zoektocht naar de mogelijk ware betekenis van deze drie beursjes gaat voort, maar zelfs in hun huidige onbekende hoedanigheid biedt het bestaan van deze objecten in de collecties een interessant kader voor vragen over de hedendaagse mode – en de ontwikkelingen van de mode sinds de 16de eeuw.
Modemuze verbindt op een online platform de mode- en kostuumcollecties van zeven Nederlandse musea met verhalen van mode- en kostuumliefhebbers als een bron van inspiratie voor een breed publiek. In samenwerking met FASHIONCLASH festival komt Modemuze de hele maand juni met een serie blogs rondom het thema van dit jaar: ‘Gender’. Neem voor een overzicht van alle blogs een kijkje op: http://modemuze.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten