|
Pruik
van Egbert de Vrij Temminck, burgemeester van Amsterdam,
1780-1799,
Amsterdam Museum
|
#6 Modemuze x FASHIONCLASH blogpost
door Ninke Bloemberg, conservator mode en kostuums Centraal Museum Utrecht
Eeuwenlang hebben mannen het schoonheidsideaal voor vrouwen bepaald: stevige ronde bosten, blanke huid of een strak ingeregen taille. Sinds het begin van de twintigste eeuw lijkt de man een koekje van eigen deeg te krijgen. De uberseksueel en metroman zijn al een aantal jaar passe, ook voor de menaissanceman [1] (hipster) lijkt het tij te keren. “Deze man houdt van mannelijk, een pak mag, maar zijn mannelijkheid is vooral te zien aan zijn beharing: de baard. Menaissance verwijst natuurlijk naar het renaissancetijdperk en betekent letterlijk wedergeboorte, en de mannenmode-industrie profiteert hiervan.” Zo signaleerde Georgette Koning vorig jaar. Deze zomer lijken de heren voor een “beardstache” te kiezen, aldus de Business Insider van 9 juni jl. [2] Een klein baardje en vooral: een snor. Hoe dan ook, baarden komen en snorren gaan. Feit lijkt wel dat de moderne man tegenwoordig goed verzorgd voor de dag moet komen.
Mannelijke ijdelheid is echter niet alleen iets van deze tijd. Schrijver Justus van Effen levert in zijn maatschappij kritische tijdschrift De Hollandse Spectator regelmatig commentaar op de achttiende-eeuwse samenleving. Zo meldt hij op 10 december 1733 dat een aantal modieuze mannen in hun sociëteit een ‘magnifiek nooteboom’ meubel dat dienstdoet als kaptafel. Daarop liggen ‘ontelbare’ kammen van verschillende grootte, staan maar liefst twaalf potjes met haarverzorgingsproducten, bevinden zich sierlijke poederdozen – voor de pruiken – en bovendien potjes ‘om de lippen, zelfs in de schraalste noorde wint, zagt en blozend te houden.’ [3]
|
Portret van een lid
van de familie Van der Mersch,
Cornelis Troost, 1736, Rijksmuseum
|
Soms hadden de heren – aldus Van Effen – producten die ‘aan de meeste Dames […] nog onbekend’ waren. Van Effen steekt hier duidelijk de draak met de overvloedige Soms hadden de heren – aldus Van Effen – producten die ‘aan de meeste Dames […] nog onbekend’ waren. Van Effen steekt hier duidelijk de draak met de overvloedige verzorgingsproducten voor sommige mannen uit zijn tijd. De man besteedde in de achttiende eeuw dan ook de nodige aandacht aan zijn uiterlijk. In het etiquetteboek uit 1735 van C. Van Laar is bijvoorbeeld te lezen dat ‘men alle deelen van ons Lighaam netjes en proper houdt, zonder nogtans van die Vrouwelyke middelen daartoe te gebruiken.’ Begaven de heren zich echter teveel op het terrein van de dames, dan werden ‘zyne verwyfde manieren’ als ‘ongemanierdheid’ gezien. [4] Bovendien heeft lichaamsbeharing nut: ‘Het haair schijnt den mannen […] achtbaarheid te gegeeven’. De baard groeit niet voor de rijpheid en is ‘derhalven een zeker teken van mannelijke sterkte.’ [5] Mocht het haar – met name op het hoofd – niet willen groeien, dan waren er verschillende middelen om dit te verbeteren. In 1778 verscheen postuum een zeer veelzijdig receptenboek van de hand van de arts, pastoor, landbouwkundige Noël Chomel. Hierin zijn veel recepten te vinden en een belangrijk deel van het werk gaat over de vraag hoe men gezond kan blijven (al hoop ik dat de lezer deze destijds niet te serieus heeft genomen, want echt gezond komt het niet over). Naast kookrecepten zijn er ook tips ‘om het haair te doen groeien’: ‘Neemt bijen, droogt ze in een pot, maakt ze dan tot een poeder, en strooit het op de kaale of hairlooze plaatzen. Of mengt het poeder met olie of pomade, en bestrijkt er de haairlooze plaatzen en haairen mede.’ [6] Magnifiek! En anders waren er altijd nog de pruiken. Soms zelfs van vrouwelijk haar gemaakt (of van paarden- of kamelenhaar), dat deerde blijkbaar niet…
Aandacht voor het uiterlijk en gebruik van allerlei verzorgingsproducten voor mannen is dus niets nieuws. De hedendaagse man kan met de vele producten die verkrijgbaar zijn momenteel zijn voorkomen op vele manieren benadrukken – zolang er maar een mannelijk element aanwezig blijft. De producten stralen daarom met hun sobere vormgeving stoerheid en rationaliteit uit. Deze zomer kan de Moustache guard van Maison Martin Margiela voor Droog Design in ieder geval uit de kast gehaald worden, zodat de getrimde man met een gerust hart van zijn espresso macchiato kan genieten.
Dit artikel verscheen eerder in de magalogue bij de tentoonstelling Fashion DNA van het Rijksmuseum. Voor dit blog is het herschreven en geactualiseerd.
|
Droog Design
(promotor), Maison Martin Margiela (ontwerper), Moustache
guard, 2010, Centraal Museum Utrecht
|
Modemuze verbindt op een online platform de mode- en kostuumcollecties van zeven Nederlandse musea met verhalen van mode- en kostuumliefhebbers als een bron van inspiratie voor een breed publiek. In samenwerking met FASHIONCLASH festival komt Modemuze de hele maand juni met een serie blogs rondom het thema van dit jaar: ‘Gender’. Neem voor een overzicht van alle blogs een kijkje op:
http://modemuze.nl/zoeken?trefwoord=FASHIONCLASH%20en%20Modemuze/
Noten:
[1]. M. Noel Chomel, Algemeen Huishoudelijk-, Natuur-, Zedekundig- en Konstwoordenboek…, Tweede Deel, tweede & vermeerderde druk, Leiden 1778, p. 974.
[2]. C. Van Laar, Het groot ceremonie-boek der beschaafde zeeden, welleevendheid, ceremonieel en welvoegende hoffelijkheden… voorgesteld in verscheidene redenwisselingen, 1735.
[3]. M. Noel Chomel, Algemeen Huishoudelijk-, Natuur-, Zedekundig- en Konstwoordenboek…, Tweede Deel, tweede & vermeerderde druk, Leiden 1778, p. 973.
[4]. http://www.independentfashiondaily.com/12239/weg-met-die-menaissance-man/, 21.04.2014.
[5]. http://www.businessinsider.com/what-is-a-beardstache-2015-6, 9.06.2015.
[6]. Justus van Effen, De Hollandse Spectator, 10.12.1733.